Anesthesie
Bij ons in de kliniek merken we dat mensen vaak banger zijn voor de verdoving of de narcose, dan voor de operatie zelf. Daarom leggen we hier uitgebreid de verschillende vormen van verdoving die wij gebruiken op de kliniek aan je uit.
Verschillende soorten verdoving
Bij sommige van onze behandelingen is een bepaalde vorm van verdoving (narcose, sedatie of lokale anesthesie) nodig, die wij anesthesie noemen. Door verbetering in bewakingsapparatuur en het gebruik van moderne geneesmiddelen is anesthesie zeer veilig. Je wordt tijdens het zetten van de verdoving en tijdens de narcose heel goed in de gaten gehouden door het anesthesieteam.
Voor de operatie maak je kennis met de anesthesioloog. Je ziet de anesthesioloog vaak pas op de dag van de operatie. Maar de anesthesioloog weet dan al precies wie je bent. Hij is op de hoogte van de operatie die je zult ondergaan. Ook kent hij jouw gezondheidstoestand en het type anesthesie waarvoor gekozen is. De anesthesioloog stelt je ter controle nog een aantal korte vragen. Daarna zorgt hij voor de juiste verdoving.
Verschillende soorten anesthesie
Narcose
Bij een narcose brengen we medicijnen via een infuus in je bloedbaan. Daardoor val je in slaap. Je merkt helemaal niets van de operatie. Zodra je in slaap bent gevallen, kan de behandelend arts beginnen met de ingreep. Na de operatie ben je binnen korte tijd weer wakker. De eerste uren kun je nog wat suf zijn.
Sedatie
Tijdens een sedatie val je geleidelijk in een lichte slaap. Het verschil met narcose is dat je door een kleine hoeveelheid slaapmiddelen en pijnstilling tijdens de ingreep steeds goed wakker te maken bent, terwijl je toch ontspannen bent. Het grote voordeel bij sedatie is dat je na de ingreep snel weer fit bent.
Lokale anesthesie
Lokale anesthesie, ook wel plaatselijke verdoving genoemd, gebruiken we bij kleine ingrepen. Je krijgt een injectie vlak bij de plek die behandeld wordt. Daardoor raakt het gebied verdoofd. De injectie wordt geplaatst door de arts die de behandeling uitvoert, er hoeft dus geen anesthesioloog aan te pas te komen. De injecties kunnen even pijnlijk zijn maar daarna voel je van de behandeling niets. We starten pas met de ingreep wanneer de verdoving goed is ingewerkt.
Bij lokale anesthesie blijf je wakker tijdens de ingreep. De verdoving werkt enkele uren, daarna komt het gevoel weer terug. Je kunt dan pijn gaan voelen. Het is daarom belangrijk dat je thuis zelf voldoende pijnstillende tabletten inneemt. Je krijgt daarvoor een medicatieschema.
Video over anesthesie
Uitleg narcose
Bekijk deze video waarin we meer uitleg geven over narcoseUitleg sedatie
Bekijk deze video waarin we meer uitleg geven over sedatieUitleg lokale anesthesie
Bekijk deze video waarin we meer uitleg geven over lokale anesthesieWerkwijze bij narcose en sedatie
Voordat je onder narcose of sedatie gaat, wordt er bewakingsapparatuur aangesloten. Je krijgt plakkers op je borst om de hartslag te meten en een klemmetje op je vinger om het zuurstofgehalte in je bloed te controleren. De bloeddruk wordt aan een arm of been gemeten. We brengen een infuusnaald in, meestal in de onderarm of hand. Via dit infuus spuit de anesthesioloog de slaapmiddelen in. Daardoor val je snel in slaap.
Tijdens de operatie houden de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker je goed in de gaten. Zij controleren ook de bewakingsapparatuur, die meet hoe je lichaam op de operatie reageert. De ademhaling en de bloeddruk worden zo nodig aangepast. Wanneer de operatie klaar is, stoppen we de toediening van het slaapmiddel. Je wordt dan vanzelf weer wakker.
Risico’s en complicaties van narcose en sedatie
We werken altijd heel zorgvuldig en hygiënisch. Toch kunnen er soms complicaties ontstaan. De meest voorkomende zijn:
- Een bloeduitstorting op de plaats waar het infuus is ingebracht, deze verdwijnt vanzelf weer.
- Een infectie (zeer zelden) op de plaats waar het infuus is ingebracht.
- Tintelingen en/of krachtsverlies in een arm of been doordat een zenuw beklemd raakt door een ongelukkige houding tijdens de operatie. Dit is gelukkig bijna altijd tijdelijk.
Tijdens de operatie met narcose krijg je een beademingsbuisje in de luchtpijp. Soms heb je hierdoor keelpijn na de operatie. Meestal is dit snel weer over. Ook kan (zeer zelden) een beschadiging aan het gebit en/of aan de stembanden ontstaan. Daarnaast is het mogelijk dat het eten uit je maag in je longen terecht komt. Wanneer dit gebeurt, kun je een ernstige longontsteking krijgen. Daarom is het heel belangrijk dat je nuchter bent voor de ingreep.
Risico’s en complicaties van lokale anesthesie
- Een blauwe plek op de prikplaats.
- Allergische reactie op het gebruikte verdovingsmiddel.
- Onvoldoende pijnstilling. Je krijgt dan extra medicatie.
Meer informatie over anesthesie
Veelgestelde vragen over anesthesie
Nog een andere vraag over anesthesie? Bekijk dan onderstaande veelgestelde vragen, of lees de blog geschreven door een van onze anesthesiologen.
Tijdens de narcose of sedatie moet je de controle volledig uit handen geven. Dit vinden veel mensen moeilijk en beangstigend. Dat is nergens voor nodig, want narcose is zeer veilig en tijdens de narcose word je goed in de gaten gehouden.
Je moet nuchter zijn voor de narcose om te voorkomen dat de maaginhoud in je luchtwegen en longen terecht komt.
Je blijft onder narcose zolang als de operatie duurt. Als de operatie ten einde loopt, wordt het slaapmiddel afgebouwd en uiteindelijk gestaakt, waarna je na enkele minuten wakker wordt.
Direct contact opnemen
Tel: 088 - 7785201
MA - DO 08.00 - 18.00
VR 08.00 - 17.00
Vestigingen Stel een vraag
Meer weten?
Heb je toch nog een vraag? Stel hem gerust!
Maak een afspraak
Plan een telefonische intake
Boek uw afspraak eenvoudig online
Stel een vraag
Contactformulier
Je kan via bovenstaande knop online een afspraak boeken.